dinsdag 1 oktober 2019

Hoe een Nederlands investeringsfonds interessant kan zijn


Aan: Invest-NL i.o.

Van: jp at sophister.nl , Jan-Paul van der Ent, investment manager h/o Sophister.nl




Inleiding

Gegeven de situatie dat het kabinet op Prinsjesdag een Investeringsfonds i.o. aankondigde, treft u bijgaand enige overdenkingen aan.

Nederland heeft van 1995-2011 een Fonds Economische Structuurversterking (FES) gehad. Dit heeft geleid tot grote investeringen, gefinancierd uit aardgasbaten. Kritiek was o.a. dat uit dit fonds ook onnodige uitgaven zijn gedaan. Nederland heeft meer recent ook de Nederlandse Investeringsinstelling (NLII, van 2014-2018) gekend. De NLII meent dat tegenwoordig veel projecten op een andere manier aan financiering komen en dat institutionele beleggers vaak rechtstreeks in projecten investeren.

Nu zijn er Invest-NL i.o. en het Investeringsfonds i.o. Op de eerste hebben we in de media al de nodige aanmerkingen kunnen lezen, op het nieuwe fonds zal ongetwijfeld ook ‘feedback’ komen. Het belooft tenslotte grote publieke investeringen, er gaat voor geleend worden en de Zalmnorm wordt verlaten.

Bundelen van expertise tot een groot investeringscluster

Nu het Investeringsfonds i.o. in de spotlights staat, lijkt Invest-NL tijdelijk in een sandwich door de kritieken uit het veld en de beloofde vuurkracht van het nieuwe fonds. Het kan daarentegen ook een kans zijn.

Beide nationale investeringsvehikels hebben een lijn naar het ministerie van Economische Zaken. Beide instellingen i.o. beogen te investeren in projecten die groot zijn in termen van kapitaal, risico en looptijd. Invest-NL in de particuliere sector, het Investeringsfonds in het publieke domein. Er zal een overlap zijn met thema’s en sectoren (energietransitie, kunstmatige intelligentie, cybersecurity, zorg, onderwijs, etc..). Bundel daarom de expertise en creëer een investeringscluster in Nederland. Zodat over kabinetsperiodes heen er een sterke partner blijft bestaan, in dienst van de aanwezige clusters zoals in Leiden, Eindhoven.

Vorm: privaatrechtelijk en revolverend

De huidige minister van Financiën sprak uit wat het op te richten Investeringsfonds vooral niet moet zijn: “Geld op zoek naar een project”. Daarom is het belangrijk dat het geoormerkte kapitaal wordt gereserveerd en pas wordt ingezet bij een investering die overeenkomt met de statuten van een privaatrechtelijk opgezet Investeringsfonds. Een fonds op grotere afstand dan het FES moet zorg kunnen dragen voor objectieve besluitvorming, wars van de kleur en de problematiek van een zittend kabinet.

Het kapitaal wordt prudent en zo goed mogelijk door het Investeringsfonds beheerd in liquide beleggingscategorieën totdat het kapitaal daadwerkelijk zal worden aangewend. Het kapitaal dat nu door de staat tegen negatieve rente kan worden geleend heeft een positief rendement als eerste doel. Door te beleggen krijgt het fonds op termijn een revolverend karakter.  Met behoud van kapitaal kunnen er (deels) investeringen gefinancierd blijven worden uit het behaalde rendement.

Hier komt de vergelijking met Sovereign Wealth Funds (SWF) in beeld. Bekende SWF’s zijn die van Noorwegen en Singapore. Het Petroleum Fund of Norway is sinds 1990 opgebouwd uit olie inkomsten met als doel de fluctuaties in het nationale inkomen als gevolg van de fluctuaties in de olieprijs te mitigeren, én de welvaart te verzekeren.  Singapore’s dotaties in het SWF komen niet uit delfstoffen maar uit de begroting. Ook begrotingsoverschotten kunnen een fonds op termijn een grote omvang geven. Een toevoeging van €1 miljard is met een gemiddeld rendement van 6% over 20 jaar alweer €3,2 miljard.

Het Investeringsfonds krijgt met deze gedachte een investeringsdoelstelling én een beleggingsdoelstelling. Deze doelstellingen zijn uiteraard beiden een middel tot duurzame welvaart en welzijn in Nederland.

Governance

Het voorstel is om het Investeringsfonds een privaatrechtelijke status te geven. Teneinde op afstand van het kabinet het vermogen te beheren en bovenal als een ‘eerste kamer’ of  ‘algemene rekenkamer’ de publieke investeringsplannen mede te beoordelen op doelmatigheid. Voorts is het Investeringsfonds, zoals een SWF, de partij die de investeringen zal doen: publiek (Investeringsfonds) én privaat (Invest-NL).  Omgekeerd zal deze privaatrechtelijke organisatie onder toezicht staan en verantwoording afleggen. In Nederland zijn er al Governance voorbeelden van privaatrechtelijke organisaties (waarborgfondsen). De 2 Noorse SWF’s bieden wellicht ook goede inzichten om de voorgestelde bundeling van Invest-NL en het Investeringsfonds goed te organiseren.

Onderwerpen als transparantie, ethiek (inzake beleggingen en investeringen) en of, en onder welke voorwaarden, de overheid een beroep mag doen op het over 20 jaar fors gegroeide kapitaal verdienen ook de aandacht.

Tot besluit volgt een lijstje ‘Funding’ en ‘Investering’ in de bijlage.

Amsterdam, 23 september 2019




BIJLAGE

Funding van het Investeringsfonds, bijvoorbeeld:


  1.        Een deel van een budget surplus

  2.       Dividendbelasting

  3.       Bijdragen uit boetes van autoriteiten (de delicten van ING en Rabo als voorbeeld)

  4.       Een deel van de accijnzen op gezondheid bedreigende genotsmiddelen

  5.       Opbrengst delfstoffenwinning en licentiegelden uit de winning

  6.       Eventueel opbrengst uit CO2 en NOX belasting
  7. (Bijdragen 3 – 6 zijn toevoegingen om juist de Klimaatwende te financieren)

  8. . Op te nemen staatschuld met 0% rente of negatieve rente.



Investering van het Investeringsfonds, bijvoorbeeld:

1.       Vergroten en verbeteren van de infrastructuur

2.      Grote sprongen maken in de ‘Klimaatwende’: versnellen van de circulaire economie en de energietransitie.

3.      Achterstand met de VS en China verkleinen:  groei in AI en cybersecurity.

4.      Grote verbeteringen in het onderwijs en de zorg.

5.      Gunpowder voor eventuele acties met betrekking tot staatskapitalisme.



Ad 3, 5:


Facebook, Apple, Amazone, Google en Tencent, Baidu en Alibaba zijn bedrijven die zo groot zijn geworden dat deze bedrijven soms machtiger worden als landen. Met het ‘winner takes all’ principe zijn ze zo groot dat concurrentie vrijwel machteloos is. Voor ons in Europa is het des te meer verontrustend omdat geen van de nieuwe ontwikkelingen een winnaar in Europa heeft.

Bovendien zijn we beland in een periode van deglobalisation en handelsoorlog(en) waar grote of grotere mogendheden niet schuwen de spelregels van de markt te veranderen. Tevens wordt ‘nationaal ondernemingserfgoed’ bedreigd of gemarginaliseerd. Vaak komen die bedreigingen van de gewone marktkrachten en wordt een NL bedrijf overgenomen. Echter, soms worden ontwikkelingen niet door de beurs ingeprijsd zoals wellicht bij Unilever (duurzaamheidsinnovaties) en AkzoNobel (geduld en duurzaamheidspogingen). Hebben we een privaatrechtelijk fonds dan zouden sommige strategische beleggingen niet uit het potje van het kabinet nodig zijn.