Aart en Ernst maken zich zorgen over hun UPO |
Pensioenfondsen breken hun hoofd over de extreem lage marktrente. Die rente heeft geleid tot een zeer lage rekenrente. Je kan als pensioenfonds beleggen wat je wil maar als de rekenrente daalt, zakken de dekkingsgraden. Terwijl de pensioenpotten groeien. Rente is de prijs van geld waartegen de verplichtingen van het pensioenfonds worden verdisconteerd. Een lage rente zegt echter niet alles over de te verwachten rendementen. Toch hebben we regelgeving bedacht die de rekenrente centraal stelt in de beoordeling of een pensioenfonds moet korten.
Om die reden gaan er keer op keer stemmen op om de rekenrente te verhogen. Maar dan hebben we te maken met een andere zorg: met dit gesleutel aan de rekenrente zet je het generatieverschil op scherp. Want ouderen genieten eerder van hun bij elkaar gespaarde pensioen terwijl de jongeren nog moeten afwachten of hetzelfde pensioenniveau straks haalbaar blijft. Is dat eerlijk? Als pensioenfondsen meer uit moeten keren dan er ingelegd wordt en ook het daadwerkelijke rendement te laag wordt, lijkt me dat niet eerlijk. Maar stel dat die pensioenfondsen méér binnen krijgen dan zij uitkeren. En stel dat zij ondanks een negatieve rekenrente blijven verdienen aan het nemen van risico. Is het dan eerlijk om te korten?
Pensioenfondsen zijn privaatrechtelijke instellingen maar zij staan onder dwingend toezicht van De Nederlandsche Bank (DNB). Bovendien heeft een overheidscommissie een nog scherpere rekenrentemethodiek geadviseerd. De rekenrente dreigt daardoor zo laag te worden dat pensioenfondsen met die maatstaf niet alleen moeten korten maar dat zij voor elke euro pensioen straks meer dan een euro moeten reserveren. Tenminste, als je die prijs van geld hanteert, en niet een verwacht rendement uit een gespreide beleggingsportefeuille.
Er bestaat een gezegde dat je vele malen de korte termijn moet overleven om de lange termijn te behalen. Dat geldt voor veel bedrijfsstrategieën. Echter, volgens mij geldt het niet voor een ‘going concern’ pensioenfonds dat jaar in, jaar uit zeker blijft van inkomsten. Het afvinken van een kritische dekkingsgraad op basis van de prijs van geld die deels gehypet is, leidt mijns inziens tot korte termijn gedrag. En dat leidt tot sombere conclusies, sobere pensioenen en hogere premies.
Mijn voorstel is dat het Rijk borg staat voor de pensioenfondsen, tegen een borgstellingsprovisie. Op deze wijze ontstaat er symmetrie in de mate van toezicht van de overheid (DNB) met de risico’s die de overheid accepteert met de verplichtingen van de pensioenfondsen. Indien een pensioenfonds een beroep op het Rijk kan doen om een tekort in de verre toekomst te voorkomen dan kan het zich blijven bezig houden met de lange termijn strategie om rendement te behalen. Er kan dan voor interessantere beleggingscategorieën en voor optimale strategische wegingen worden gekozen.
Wat is dan de prijs van zo’n borgstelling? Een borgstellingsprovisie, zónder dat het Rijk mag ingrijpen, zou wel eens duur kunnen zijn en tot teveel gemak voor pensioenfondsen kunnen leiden. Zo’n prijs is gebaseerd op de prijs van een put optie. Echter, het toezicht stelt het Rijk juist in staat haar belangen te verdedigen en bij te sturen. Hiermee kan de provisie naar een niveau dat niet prohibitief is. Het toezicht zal nog steeds kunnen leiden tot versobering. Echter, pensioenfondsen betalen voor hun borg en verwachten van de toezichthouder dan een reële beoordeling op de haalbaarheid van de verplichtingen. De rekenrente kan een maatstaf blijven, bijvoorbeeld voor gesloten pensioenfondsen of slecht draaiende fondsen. Maar een beoordeling op enige herhaalbaarheid van behaalde beleggingsrendementen hoort er zeker bij. Pensioenfondsbesturen en toezichthouder wegen de toekomstverwachtingen immers ook mee voor het toekennen van een indexatie of toeslag.
Stel dat veel pensioenfondsen meedoen dan haalt de staat jaarlijks miljarden provisie op voor een garantiefonds. Dat ingezet kan worden bij pensioenfondsen in nood. In het aller-aller-ergste geval - als de meeste pensioenfondsen toch dreigen af te stevenen op betalingsproblemen – zijn we in Nederland - via dit garantiefonds - weer aangewezen op het omslagstelsel waar nu de AOW al uit wordt betaald. Maar zover zijn we nog lang niet, en ‘famous last words’: ik denk dat de rente wel weer eens gunstiger staat. Ik denk vooral dat pensioenfondsen kunnen blijven verdienen. Bijvoorbeeld aan het financieren van een omvangrijke energietransitie, en met innovatieve vormen van investeren. Zodat ook onze kleinkinderen nog gebruik maken van dat schitterende collectieve stelsel met kapitaaldekking.
Conclusie, een borgstelling van pensioenfondsen geeft rust en kan de huidige korte termijn blik verschuiven naar een langere horizon. Op deze wijze worden generaties bovendien minder snel tegen elkaar uitgespeeld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten